‘Beter een goede buur dan een verre vriend.’ Uiteraard is een goede buur fijn, maar goed weten welke rechten en plichten u tegenover elkaar hebt, kan nooit kwaad. Dat blijkt onder andere wel uit het populaire programma ‘de Rijdende Rechter’. In dit artikel wordt ingegaan op twee onderwerpen in het burenrecht: hinder en beplantingen. Wat is hinder eigenlijk? En wanneer gaat hinder te ver en hoeft u dit niet (langer) te accepteren?
Verder wordt besproken waar u op moet letten bij het tuinieren. Mag uw boom wel zo dicht bij de schutting staan? Wat moet u met die overhangende tak in uw tuin? Zo voorkomt u onenigheid met uw buren en kan de rechter in zijn stoel blijven zitten!
Wat is hinder?
In het Burgerlijk Wetboek wordt eigendom omschreven als ‘het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben.’ Toch zijn er wel beperkingen. Het recht van de één houdt immers op bij het recht van de ander. U mag niet bij de uitoefening van uw eigendomsrecht een ander hinder toebrengen.
Hinder is bijvoorbeeld geluidsoverlast, stank, rook, maar ook het onthouden van licht of het ontnemen van steun. Denk aan het voorbeeld dat de buren een enorme boom in hun tuin plaatsen, waardoor u niet meer van de zon of van uw uitzicht kunt genieten. Of ’s avonds fel licht op het erf van de buren, waardoor u niet goed kunt slapen. Een ander sprekend voorbeeld: de enthousiaste haan van de buren die u iedere ochtend om zes uur uit uw bed kraait.
Wanneer is sprake van hinder?
Is sprake van hinder, dan kunt u uw buren (als vriendelijk vragen niet werkt) via de rechter dwingen om de hinder te stoppen. Niet iedere vorm van hinder leent zich daarvoor. Met andere woorden: wat u als hinder ervaart, hoeft niet ook ‘onrechtmatige hinder’ te zijn. Als uw buren besluiten een avondje te gaan barbecueën en u last heeft van rook of stank, kunt u niet zonder meer naar de rechter stappen. U kunt ook denken aan een verbouwing bij de buren, waardoor u last heeft van geluid van bouwwerkzaamheden. Sommige hinder moet worden getolereerd. Dat is maar goed ook, want anders moet u wel heel erg op eieren lopen.
Bij de beoordeling of sprake is van onrechtmatige hinder wordt niet alleen gekeken naar de ernst van de hinder, maar ook naar de duur ervan. Er is immers een groot verschil tussen buren die na vijf jaar eens besluiten om de keuken uit te bouwen en buren die ‘chronisch’ aan het klussen zijn. Was de hinder al aanwezig voordat u ergens ging wonen, dan is de hinder minder snel onrechtmatig. Gaat u bijvoorbeeld in een agrarisch gebied wonen naast een boomkwekerij, dan is het overwaaien van onkruidzaden geen hinder. Dat is anders als u midden in de stad woont, en iemand naast u komt te wonen die zo ijverig aan het tuinieren is dat u er last van krijgt.
Tot slot speelt ook de reden mee waarom uw buren hinder veroorzaken. Het belang van uw buren moet worden afgewogen tegen uw eigen belang dat de hinder stopt. Daarin speelt ook de bereidheid mee van uw buren om maatregelen te nemen die de hinder verminderen.
Beplantingen: wat mag en wat niet?
Als u een tuin heeft, staan daarin waarschijnlijk bomen, struiken en andere planten. In het burenrecht zijn echter een aantal regels daarover opgenomen die hieronder worden besproken.
Beplantingen: wat mag en wat niet?
U mag in de meeste gevallen niet dicht bij de erfgrens beplantingen hebben die hoger zijn dan de scheidsmuur of schutting. Voor bomen is dat twee meter (te rekenen vanaf het midden van de boom) en voor heesters en heggen een halve meter.
De reden daarvoor is dat het onwenselijk is dat de beplantingen licht, lucht of uitzicht bij de buren wegnemen. Gemeentelijke verordeningen of plaatselijke gewoonten kunnen echter toelaten dat bomen, heesters of heggen dichter bij de erfgrens staan. Daarnaast kunnen uw buren u hiervoor ook toestemming geven, bijvoorbeeld door het vestigen van een erfdienstbaarheid. Dan wordt in een notariële akte vastgelegd, dat de buren dulden dat u uw boom of heg (te) dicht bij de erfgrens hebt staan. Zo loopt u niet het risico, dat u uw boom moet weghalen als uw buren verhuizen en de nieuwe eigenaar bij u komt klagen.
Staan beplantingen die hoger zijn dan de scheidsmuur of schutting toch te dicht bij de erfgrens en hebt u geen toestemming om ze daar neer te zetten? Dan kan uw buurman u vragen deze te verwijderen. Maar de rechter kan wel beslissen dat u een schadevergoeding moet betalen in plaats van het verwijderen van uw boom of heg. Soms kan de buurman niet eisen dat u de beplanting moet verwijderen, namelijk als een erfdienstbaarheid is ontstaan door verjaring. Is er meer dan twintig jaar geleden geplant en hebben de buren al die jaren niet gevraagd de beplantingen weg te halen? Dan hoeft u daar ook geen rekening meer mee te houden en moeten uw buren dulden dat uw groen zo dicht bij de erfgrens staat. Dit geldt uiteraard over en weer.
Beplantingen: wat mag en wat niet?
Als er takken van de beplanting van uw buren over uw erf hangen, dan kunt u uw buren vragen deze weg te halen. Weigeren zij dat, dan mag u dit zelf doen. Schieten wortels van de planten van uw buren door op uw erf, dan mag u deze weghakken. Dit hoeft u niet aan uw buren te vragen. Het maakt daarbij niet uit op welke plek in de tuin van de buren de betreffende boom of struik staat.
Toch kan beplanting niet altijd weggesnoeid worden. Ook hier geldt dat gekeken moet worden naar het belang van het laten overhangen van de tak of het doorschieten van de wortel. Worden van een boom aan één kant alle takken gekapt, dan kan deze instabiel worden en sneller omvallen bij een storm. In dat geval is het snoeien van de takken niet toegestaan.
Heeft uw buurman een fruitboom in zijn tuin staan en valt een vrucht in uw tuin? Dan is die van u. Dat hoeft u niet te vragen.
Beplantingen: wat mag en wat niet?
Het burenrecht wordt gekenmerkt door tegenstrijdige belangen. Wat voor de buren een mooie boom is, kan voor u een tuin zonder zonlicht betekenen. U hoeft niet alles wat uw buren doen te dulden, maar u kunt ook niet voor alle (lichte) overlast naar de rechter stappen. Of sprake is van onrechtmatige hinder die u niet hoeft te dulden, zal van geval tot geval verschillen. Niet alleen de ernst en de duur van de hinder spelen daarin mee, maar ook alle andere omstandigheden. Voor beplantingen geldt dat u in principe overhangende takken of doorschietende wortels mag verwijderen. Bij het planten van bomen, heggen of heesters is het verstandig om rekening te houden met de afstand van de scheidsmuur of schutting die vermeld staat in de wet en in de regelingen (bestemmingsplan) van de gemeente.
Wilt u uw boom, heg of heester toch dichter bij uw scheidsmuur of schutting plaatsen? Maak daar dan afspraken over met de buren: u kunt in overleg met uw buren een erfdienstbaarheid laten vestigen bij de notaris.
En andersom geldt; als uw (nieuwe) buurman u vraagt om beplanting die er al tijden staat, te verwijderen, dan kan het zijn dat u daartoe niet verplicht bent. Er kan namelijk door verjaring een erfdienstbaarheid zijn ontstaan. Ook voor vragen of dit het geval is kunt u terecht bij uw notaris/adviseur!
Tip: Als u zich afvraagt of iets wel of niet in overeenstemming is met het burenrecht is het verstandig om u tot uw notaris te wenden. De notaris kan u niet alleen inlichten over wat wel en niet mag, maar kan ook met u meedenken hoe u uw wensen (al dan niet in samenwerking met de buren) kunt realiseren.
Plaats op uw website en social media
Het burenrecht is voornamelijk bekend van de ‘Rijdende Rechter’, maar speelt ook een rol in de (hopelijk minder uit de hand gelopen) verhouding tussen u en uw buren! In dit artikel wordt ingegaan op overlast en hoe om te gaan met beplantingen op- en om de erfgrens.
Met Recht Geregeld is een product van FBN Juristen. Aan de inhoud van dit artikel is de uiterste zorg besteed, maar door de beperkte omvang is het onmogelijk om alle facetten en gevolgen van een onderwerp te belichten: het betreft een artikel op hoofdlijnen. Voor informatie over uw specifieke situatie: vraag uw notaris of een andere adviseur!
FBN Juristen besteedt de uiterste zorg aan de inhoud van de artikelen, maar aanvaardt geen aansprakelijkheid in geval van onvolledigheid of onjuistheid van een artikel, noch voor de gevolgen daarvan.