Hoe zit het eigenlijk als u als samenwoners een huis koopt of huurt? Met welke haken en ogen hebt u te maken. En welke voor- en nadelen zijn er voor samenwoners? Ziet u door de bomen het bos niet meer? Wij zetten ze voor u op een rijtje.
Type huis
Allereerst is van belang of u een eigen huis of een huurhuis hebt. Hoe gek het ook klinkt, als u huurt hebt u daarmee als samenwoner nog geen woonrecht. Een verhuurder heeft niets te maken met afspraken die u in het samenlevingscontract maakt. Het handigst is als u vanaf het begin beiden als huurder in het huurcontract staat. Hebt u dat niet gedaan en is het huis wel uw hoofdverblijf, dan kunt u na twee jaar samenwoning medehuurder worden.
Woont u in het huis dat eigendom is van uw partner (staat het op zijn of haar naam?) dan loopt u risico’s. U kunt het huis voor de helft in eigendom overnemen, maar dan bent u overdrachtsbelasting kwijt. In plaats daarvan kunt u in het samenlevingscontract afspreken dat u gedurende een bepaalde tijd een gebruiksrecht krijgt.
U kunt daarin ook vastleggen dat bij een volgende aankoop van een huis deze op naam van uw beiden komt. Dan moet u ook goed vastleggen wie welk deel van de hypotheek- en andere lasten betaalt en wat de gevolgen daarvan zijn, bijvoorbeeld bij overlijden van één van u.
Inboedel
Ongeacht toekomstige situaties is het belangrijk dat altijd kan worden nagegaan wat van wie is. Bijvoorbeeld met het oog op schuldeisers of erfgenamen. Formeel gezien bent u eigenaar als iets aan u geleverd is. Meestal is dat degene die het product gekocht heeft.
Doorslaggevend is uiteindelijk op wiens naam het “roerend goed” staat. Dat kan blijken uit de tenaamstelling van een factuur.
Om hierover nooit in problemen te komen moet u een goede administratie voeren, facturen en bankafschriften bewaren, en aan het samenlevingscontract een lijst toevoegen waarop staat wat door wie afzonderlijk is ingebracht of gekocht en wat door u gezamenlijk.
Verblijvingsbeding
Mocht één van u onverhoopt overlijden en wilt u als achterblijvende partner in het huis blijven wonen, dan hebt u een zogenaamd verblijvingsbeding nodig.
Die kunt u opnemen in het samenlevingscontract. Daarmee zorgt u er voor dat u de gemeenschappelijke goederen helemaal in eigendom krijgt.
Als u andere voorzieningen wilt treffen voor na uw overlijden, dan hebt u wel een testament nodig. Zonder testament krijgt u erfrechtelijke problemen. Regel het, het scheelt u uiteindelijk veel onrust en veel geld.